“Rewards and punishment are the lowest forms of education”
Zhuang Zi
Deze quote klinkt misschien wat hard maar het klopt wel.
Nou zijn we ons wellicht al wel bewust van het effect van straf op de motivatie van een kind maar het besef dat belonen hetzelfde effect heeft is nog niet zo bekend.
Ik zal in dit blog uitleggen hoe dit werkt.
Een kind is van nature super leergierig. In zijn eerste twee jaar is de leercurve zelfs het steilst en dan is er nog niemand die met een lijst van vereiste competenties naast het kind gaat zitten en het kind gaat beoordelen. Al hoewel, het CJB begint daar wel graag al vroeg mee. Maar over het algemeen lukt het ouders in die eerste jaren nog wel om te vertrouwen dat het kind vanzelf leert lopen, praten en dergelijke.
Hoe ouder de kinderen echter worden hoe meer we ze gaan vergelijken en beoordelen. En hoe meer we gewenst gedrag willen. Van een baby of dreumes kunnen we nog accepteren dat het gilt om zijn behoeften kenbaar te maken, van een schoolgaand kind vinden we dat al weer lastiger.
Wat we vaak doen om gewenst gedrag te krijgen is ongewenst gedrag bestraffen en gewenst gedrag belonen. Eigenlijk net zoals met een puppy? De vraag is alleen of je dit ook voor je kind moet wensen. Want op lange termijn willen we graag dat onze kinderen zelf nadenkende, autonome volwassenen worden die vanuit waarden als liefde, creativiteit, zelfvertrouwen en empathie de wereld tegemoet treden.
Wat straf echter voor effect heeft is dat kinderen op de korte termijn gewenst gedrag gaan vertonen, maar op de lange termijn van zichzelf verwijderd raken. Want straf maakt slechts dat een kind uit angst iets niet doet. Niet omdat het ervaren heeft dat het goed voelt om bijvoorbeeld iets voor een ander te doen.
Er is dan ook een groot misverstand over normen en waarden. Want we noemen deze twee in één zin. Maar daar zit een groot verschil tussen. Normen zijn opgelegde ideeën over hoe het hoort, vertaalt in regels. Waarden zijn liefde, spelen, verbinding, empathie, vreugde en dergelijke. Dat waar we mee geboren worden en van nature in ons hebben. Een kind wil het dan ook in de basis echt wel goed doen. Hoe meer regels er zijn hoe meer iemand van zijn waarden verwijderd raakt.
Ik geef hiervoor vaak het voorbeeld van het verkeer. In Nepal op straat beweegt alles en iedereen door elkaar heen, mensen, koeien, auto’s, fietsen, en houdt iedereen rekening met elkaar. Want de meeste mensen hebben echt wel de waarde niet een ander pijn te willen doen en aan te willen rijden. In Nederland is het verkeer over gereguleerd en zie je dat mensen als het groen is doorrijden, ongeacht of ze het hele kruispunt vastzetten of niet. Door alle regels is men het rekening houden met de ander verloren. En handelt men slechts nog vanuit opeisen, vinden dat je ergens recht op hebt.
In de opvoeding werkt dit niet anders. Als we willen dat onze kinderen blijven handelen en voelen vanuit hun intrinsieke waarden dan helpt het als we stoppen met vanuit autoriteit regels opleggen en die naleven met straf en belonen. Want zoals hierboven al gezegd zorgt straf er slechts voor dat je kinderen gaan handelen vanuit angst, wat de verbinding tussen jou en je kind schaadt. Dit betekent natuurlijk niet dat je met elkaar geen afspraken kan maken over zaken. Maar daarin werkt het voor de motivatie van je kind echt beter als je ze inspraak laat hebben.
Belonen werkt eigenlijk niet anders. Want wie ben jij om te bepalen of een kind iets goed of fout doet? Het kan zijn dat je bepaalt gedrag fijner of minder fijn vindt, dat gaat dan allereerst over bewust worden van je eigen behoefte. Zodat je vanuit geweldloze communicatie met een ik-boodschap en een verzoek aangeven. Dan spreek je weer de behoefte van de ander helpen in het kind aan. De inprentingen over wat goed en fout gedrag is, maken echter juist dat het kind zich afgewezen voelt en juist steeds minder voor je zal willen doen. Daarnaast is het belangrijk om te kijken wat de behoefte van het kind is onder dat gedrag dat jij niet fijn vindt. Want een kind doet het niet om jou te pesten. Het komt dan voort vanuit een onvermogen om zijn behoefte op andere manier te uiten.
Voor scholen geldt hetzelfde. Wil je als leerkracht dat een kind intrinsiek gemotiveerd is om iets te leren, dus vanuit interesse, nieuwsgierigheid, begrip voor dat het iets nodig heeft. Of omdat het nou eenmaal moet. Cijfers en een rode pen werken hetzelfde als straf en belonen. Terwijl, als een kind iets nog niet goed heeft gedaan, betekent dat niets anders dan dat het bepaalde stof nog niet beheerst. Het nog niet is hierin heel belangrijk. Daarmee geef je het kind namelijk het vertrouwen dat het alles kan leren als het dat wil, maar daar inspanning voor moet doen. Daarmee creëer je een growth mindset. Kinderen die de hele dag horen wat ze fout doen laten hun koppie hangen en zijn niet meer gemotiveerd om te leren. Dit geldt echter ook voor belonen. Als je steeds hoort hoe knap het is wat je doet (ook als je je er bijvoorbeeld niet voor hebt ingespannen), dan ga je moeilijker werk mijden. Want je identificeert je met bijvoorbeeld slim en voelt je gefaald als je fouten maakt en dus niet meer slim bent. Essentieel hiervoor is dat we stoppen met kinderen te vergelijken. Cijfers, rapporten, remedial teaching of plusklas. Het is allemaal gebaseerd op het vergelijken van kinderen ten opzichte van het gemiddelde. En dat gemiddelde wordt weer bepaald op basis van de leeftijd. Maar hoe kan een kind nou voor of achter lopen op zijn eigen ontwikkeling?
Ik hoop dan ook echt dat we zowel in de opvoeding als in het onderwijs toe gaan naar een situatie waarin we van hoger hand opgelegde beoordelingssystemen los kunnen laten en vanuit vertrouwen het kind begeleiden in zijn ontwikkeling. Waarbij ik met ontwikkeling bedoel het kind helpen zijn talenten en competenties te ontplooien vanuit zijn natuurlijke waarden als nieuwsgierigheid, speelsheid, empathie, verbinding en liefde.
P.S. Wil je meer leren over de behoeften van je kind onder het gedrag? Meld je dan hier aan voor de gratis Bewust Ouderschap Online Course.