“We cannot be more sensitive to pleasure without being more sensitive to pain.”
– Alan Watts
Van de week schreef de Belgische psychiater Dirk de Wachter een stuk over dat het streven naar geluk de grootste ziekte van deze tijd is. Ik ben het hier volledig mee eens. We hebben zo niet geleerd met pijn om te gaan dat we dat stuk van het leven volledig afwijzen. We willen geluk en wel het liefste de hele tijd.
Hoe komt het toch dat we pijn zo moeilijk te verdragen vinden? Omdat we het persoonlijk nemen. We denken dat deze pijn iets over ons zegt. Dat er iets mis is met ons. En dat is ook weer niet zo heel gek dat we dat zo zijn gaan voelen en geloven. Want wat doen we als we pijn hebben, dan gaan we vaak de ander veroordelen die ons schijnbaar die pijn geeft. Met als gevolg een over en weer verwijten maken om maar niet de onderliggende pijn te hoeven voelen. En dit leren we als kind al als gevolg van ouders en leerkrachten die hun eigen pijn op kinderen afreageren. En zo geeft juist de weerstand tegen pijn lijden.
Veel mensen verwarren een mening met een feit. En als ze op hun mening worden aangesproken door iemand met een andere mening dan voelen ze zich persoonlijk aangevallen. Of het nou om de Zwarte Pieten discussie gaat, of over vaccinaties of veganistisch eten. Veel mensen zijn van mening dat het ene beter is dan het andere, zo ontstaat vervolgens een diepgewortelde overtuiging en als iemand dan iets anders gelooft dan komen ze lijnrecht tegenover elkaar te staan.
Maar goed en fout zijn niets meer dan oordelen. Zouden we echter in staat zijn de pijn van de ander te kunnen erkennen en zonder oordeel in verbinding te blijven dan komt er ruimte voor compassie en verandering.
Om dit te kunnen moet je bereid zijn de pijn echt te voelen. Met de pijn te kunnen zijn. Deze te kunnen verduren. Zonder in allerlei afweermechanismen te stappen. Je aandacht brengen naar de fysieke sensaties zonder het gevoel te labelen en er een verhaal van te maken.
En als je merkt dat je steeds weer in het verhaal duikt, in de overtuigingen van hoe iets hoort te zijn. Vraag jezelf dan eens af, is het echt waar wat ik geloof? En weet ik dat absoluut 100% (dus niet 99,9%) zeker? Is er wel een ik en een ander? Waar stop ik en waar begint die ander dan?
Dan kom je bij onpersoonlijk ervaren van wat er is. Een levend organisme dat ergens verkramping of pijn ervaart. Zonder dat het ‘mijn’ pijn is. En er een ‘ik’ is die er vanaf moet. Want dat is wat Ramana Maharshi bedoelde met zijn uitspraak: “Pain is inevitable, suffering is optional”. Pijn hoort bij het menselijk bestaan, maar het verzet hiertegen maakt dat er lijden komt.
En als alle gevoelens er gewoon morgen zijn dan bestaat er dus slechts fysieke pijn en geen emotionele pijn. Dan blijven er de vier basis gevoelens over (blij, bang, bedroef en boos) zonder dat deze iets over jou zeggen en je er dus vanaf moet. Er blijft dan weinig angst over aangezien de meeste angsten worden ingegeven door gedachten en als doel hebben pijn te voorkomen. En schaamte, schuld en hoop verdwijnen dan als sneeuw voor de zon. Er is alleen maar dat wat is. En wellicht dus fysieke pijn als gevolg van het hebben van een fysiek lichaam. Maar ook dat zegt niets over jou.
Maar ook hierin geldt, geloof niets, onderzoek het voor jezelf en ervaar hoe je vrij kan zijn van de verkramping van het ‘ik’.